.: AntArkTiKA :.


Terug naar af


Dit is de "uncut" versie van mijn dagboek, zoals het toen wekelijks over de
satelliet 'naar huis' werd gestuurd.
Als ik ooit eens 5 minuten tijd heb, zet ik de foto's ook nog eens online.

Week 1

'k Zit op dit moment nog een beetje na te hijgen van een partijtje
Wasserball in `t zembad op F-deck, na dit stukje tekst gaan we dan voor een
toogje zuur- verdiende 33-ers HasselRoder in "Zillertal" op D-deck. Welja
dit scheepje heeft veel weg van een hotel, hoeveel kamers er zijn weet ik
niet, maar in orde zijn ze wel. In het kader van "U kijkt toch ook" moet ik
spijtig genoeg meedelen dat er geen safe op de kamer is, die staat namelijk
op de brug, maar voor de rest zijn de 2-persoonskajuiten voldoende ruim en
uitgerust met een prive-bad- kamer met douche, lavabo en toilet. Er is
voldoende kastruimte voor de twee kajuitbewoners die in een stapelbed slapen
met leeslampje, maar enig papierwerk kan ook versast worden op het ruime
bureau met twee opbergkasten en de nodige boekenplanken. Naast de ijskast
die ruim plaats biedt voor een weekrantsoen aan bier en soft- drinks,
wekelijks aan te vullen uit een van de drie shops die eenmaal per week bier
e.d. verkopen, maar ook taxfree spirits (19,5 DM voor een fles Tullamore
Dew, dat hebben we in geen geval kunnen laten staan) en Polarsten gadgets,
zeep en tandenborstels, staat er een ruime sofa onder de patrijspoorten die
in het geval van kajuit C-363 uitkijken op de boeg. Je zou voor minder met
een Duitse ijsbreker richting Antarctica stomen, nietwaar Emiel? Inderdaad,
hoe-heette-dat-mens-ookalweer, maar vooraleer het Belgische team, bestaande
uit Stephanie Guidard, Maarten Vanneste en Wim Cresens vanuit Kaapstad
vertrok, logeerden ze in het Capetonean Protea Hotel met, inderdaad, WEL een
safe op de kamer, jolijt, jolijt ! En de bagagedrager alginder wist
duidelijk niet wat gedaan met de drie Belgen die eerst de intentie hadden om
zelf hun rugzakken tien hoog te brengen. We konden kiezen uit zicht op de
oceaan of zicht op de Tafelberg. Tafelberg dan maar omdat we de komende 2,5
maanden water genoeg rondom ons zouden hebben.

We schrijven terug 7 januari ondertussen. Vanuit het hotel pleegde ik nog
een telefoontje naar de agent voor Polarstern om zeker te zijn dat de
laatste vier kisten die ik vanuit Gent naar Kaapstad had gestuurd,
weldegelijk aangekomen waren. Paniekerige transporteurs omwille van
millenniumbeesten en overvolle vliegtuigen zaten daar voor iets tussen. De
avond dat we aankwamen had ik ook nog een afspraak met de kerel die de
motortrip door Zuid Afrika organiseert, kwestie van de centen te betalen.
Zogezegd zogedaan, ik liep uiteraard niet met al die sollen op zak dus
stelde ik voor om de nodige Rands uit de flappentap te gaan plukken,
probleempje een Zuid Afrikaanse flappentap spuwt per dag niet meer dan
R1000,- voor dezelfde bankkaart, en ik had er nu net iets meer nodig. Geen
probleem, zegt die kerel, hier zijn de vouchers en al wat je nodig hebt om
je moto te gaan huren, morgen ga je effe naar de bank aan de overkant en dan
kom ik morgen het geld ophalen. Okido en wij Belgen even later, want we
hadden wel honger gekregen, een saignant gebakken springbok gaan eten in
"Den Anker", ons laatste stukje thuis, een Belgisch cafe-restaurant in putje
Zuid-Afrika, Palm, Bolleke Koninck, u zegt het maar, en LAANG niet voor de
prijs die we in ons frietkotland betalen voor een glaasje vantzelfde in een
of andere gerenommeerde biertent en evengoed getapt!! De volgende dag heb ik
dan in een stuk of drie banken moeten uitleggen dat de Maestro-functie op
mijn bankkaart weldegelijk geld uit de muur kan halen, maar dat ik a.u.b.
iets meer briefjes in mijn handen wou zien dan dat ik van die muurmachines
kreeg. Nixmendalle en uiteindelijk heeft maarten zij Visakaart dan maar
bovengehaald voor de nodige transactie, faxje naar het thuisfront voor een
overschrijvinkje en het zaakje was geregeld. Na een tweede telefoontje naar
de scheepsagent kwam er een busje ons oppikken aan het hotel en werden we
even later ingecheckt op Polarstern, onze nieuwe thuis voor de komende
maanden. Toen we gepakt en gezakt de loopbrug opkwamen sprong de bewaker
prompt in de houding, spijtig genoeg rugzakken en laptops teveel in onze
handen om terug te salueren, sympathieke kerel. We zouden pas uitvaren om
20.00 dus was er nog even tijd voor enkele uurtjes kuieren in Waterfront,
een vreselijk westerse buurt, alles beveiligd, Planet Hollywood,
touristenkraampjes, Engelse pubs en welja een Belgisch cafe... . Nadat we
daar een beetje rondgehangen hadden, nog een zonnebril hadden gekocht, de
laatste e-mailtjes verstuurd vanuit het Telkom kantoor en een paar pints
achterover hadden gekieperd in de pub, wandelden we terug naar Polarstern om
om 17.00 aan boord te zijn voor de nodige emigratie-faciliteiten. 20.00
stipt PWAAAAPP-PWAAAAPP-PWAAAAPP, de Duitser schijnen er een  sport van te
maken om stipt te zijn. Adembenemend zicht op Tafelberg tot het donker werd,
Robbeneiland, en op het zonnedek werden de eerste kennismakingen gemaakt met
de collega wetenschappers. Vooral Duitsers, Drie Belgen, een Spaanse en een
Fransman en in ieder geval serieus veel jong volk en grotendeels mensen die
voor het eerst de Antarctica trip maken, in totaal een 40-tal.
Op 19-januari zullen we de Duitse Neumayerbasis aandoen voor bevoorrading,
om de nieuwe overwinteraars af te zetten samen met de mensen die voor twee
maandjes daarblijven. Ongeveer op de overgang februari-maart keren we dan
terug om de vorige overwinteraars en de maand-blijvers terug op te pikken,
we zullen dan met ongeveer 60 zijn. Tussenin zullen we met ongeveer 30 elk
een  rive-kajuit hebben. Ondertussen zijn we dus al een tijdje aan het
varen, de 60-ste breedtegraad net ge- passeerd (je kan ons volgen op de
website van AWI, klik op het Polarstern prentje en dan op "Where is
Polarsten now"), en de eerste ijsbergen werden al ruimschoots onder vuur
genomen door alle fototoestellen hier aan boord. Op de dag dat de eerste
ijsberg in de verte passeerde, dat was 12/01, stond iedereen zichzelf te
vergapen aan het helideck waar een van de  twee helicopters hier aan boord
zich klaarmaakte voor een testvlucht met het helimag meettoestel. Toen het
ding gekiekt en wel aan de horizon verdween, cirkelde de eerste albatros
rond Polarstern en voor we daar goed en wel op uitgeverrekeken waren, dook
die eerste ijsberg op. De dag erop weer alle hens aan dek om te kijken hoe
de Duitse airguns (akoestische bronnen op basis van perslucht) en streamer
(2400m kabel met opname apparatuur erin) over boord werden gezet. Het werk
voor het geofysische team, waarvan wij ook deel uitmaken, kon beginnen.
Shifts van 4 uur om alle acquisitie-apparatuur in `t oog te houden en de
tapes te verwisselen. Ik had de eer eerste shift mee te mogen maken, maar
ook het droevige genoegen van 24 uur later de laatste shift. Zo rond 17.00
kregen we geen signaal meer van de streamer. Er stond een stevige bries,
windkracht 8, en Polarstern stak beurtelings het neusje en het kontje in de
golven. Toch besloot Hartmut, de Duitse elektronicus, om de streamer binnen
te halen en te kijken was loss war. Op de bewakingsmonitor volgde ik met
Brunhilde hoe de bemanning er een hele klus aan had om, vechtend tegen de
metershoge golven die over het achterdek bulderden, de airgun-array uit het
water te plukken die bij de weg al deels uit mekaar was gevallen en even
later de streamer, of wat er nog van overbleef. Enkele meters lead-in-cable
en dan, nichts mehr, weg, kaputt, 500000 DM naar de baardwalvissen. Na exact
24 uur meten en nog 15 dagen meten voor de boeg hebben we dus een van de
belangrijkste meetinstrumenten van onze campagne verloren. "Scheisse
passiert jetzt" welja, "shit happens". De drie Belgen alhier zijn bij deze
nog het enige team aan boord met streamers, maar die kunnen en zullen pas
ingezet worden nadat we de Neumayerbasis hebben aangedaan wegens
experimenteel en niet direkt inzetbaar bij zware zeegang. Op dit moment zijn
we dus rustig in de weer om alles up-&-running te krijgen tegen de 19de.
Tussenin vullen we de tijd met lezen en brieven afstempelen voor
"Poolfilatelisten", mensen die aan zichzelf gerichte brieven meegeven met
een expeditie, opdat ze daar van de nodige scheepspoststempels en evt.
stempels van een Antarcticabasis worden voorzien. Wij krijgen er een stijve
arm en een aardig zakcentje voor, en de verzamelaars zijn happy. Na een week
oceaandobberen zijn wij dat ook nog steeds. Volgende week zien we wel weer.

Week 2 16/1 - 21/1

De beschrijving van 't begin van deze week is relatief kort, ik zal zometeen
uit de doeken doen hoe dat komt, maar dit laat mij nog effe plaats om nog
een vergeten anekdote uit week 1 op de disselen. Toen ik vanuit het hotel
nog een brief naar mijn liefste Ruth wou sturen, ging ik op zoek naar
postzegels in het souvenirwinkeltje van het hotel. "Hello, I would like to
send this to Belgium by airmail. Could I have some stamps and an air mail
sticker please ?" En terwijl het dametje achter de toonbank een schuifje
opentrok waar kennelijk de postzegels inzaten, begon ze even een babbeltje.
"Aahh, you're from Belgium. There was a VERY FAMOUS singer from Belgium here
a few months ago" Maarten, die ondertussen ook het winkeltje was
binnengestiefeld, en ik keken elkaar aan met de woorden: "Huh ?!" "Yes, Yes"
ging het dametje verder, "very famous Belgian singer, very good singer too,
he came to sing some African songs, ehh, oh yes, Helmut Lotti, you know
Helmut Lotti?" "Aaahh, Helmut Lotti, yes we know him" "OK, tell him hello
from me" "... but we don't know him that much" Jep, Eddy doet het met
Chinezen, onzen Helmut doet het met Afrikanen en ze zijn er nog kompleet weg
van ook ! Maar kom, deze week dan. Na het fameuze partijtje Wasserbal dus
even doorgezakt met een paar pinten in Zillertal. Aan de klap geraakt met
Wiebke, een meid van het Duitse bathymetrieteam en ons beider interesse in
motorfietsen en folk-muziek leverden stof genoeg voor een babbel tot een uur
of 2, tijd om toch maar even de kajuit op te zoeken. De volgende ochtend
voelde ik me nogal half- dood. Kododrummers in mijn hoofd, spieren als
zakken cement en warm en koud tegelijk. Koorts, of had ik het gisteren te
bont gemaakt? Wel, het weinige dat er te vertellen was over het begin van
deze week, is dat het weldegelijk koorts was, we hebben namelijk een
verstekeling aan boord, een virus dat het gemunt heeft op de bovenste
luchtwegen en het beestje blijkt welig te tieren via de airconditioning
hier, want het aantal kuchers en rochelaars neemt gestaag toe. Na een dag of
vier de zaak uitgezweet en -gehoest te hebben was ik er net op- tijd vanaf.
Op dat moment was het virus ondertussen al rustig keet aan het schoppen in
de longen van onze Maarten. Ik vreesde dat ik niet van het schip af zou
kunnen wegens ziekte, want ondertussen was Polarstern al rustig haar naam
van "ijsbreker" aan het waarmaken. We zouden dus spoedig toekomen op
Antarctica. De beste manier waarop ik de omgeving op dat moment zou kunnen
beschrijven, is feldonkerblauwe bouillonsoep met meringue, slagroom en
bloemsuiker erbovenop. Het heeft in ieder geval allemaal een zeer
buitenaardse indruk. Het geluid van een ijsbreker heeft veel weg van
"wandelen op sneeuw" maar dan enkele keren luider. Af en toe is er een
ijsschots die iets minder zin heeft om te begeven onder het stalen gevaarte,
voor de rest heeft het allemaal veel weg van een heet mes door de boter.
Toch besloot ik om mijn wekker te zetten om middernacht om alzo het
schouwspel eens bij het licht van de middernachtzon mee te kunnen maken,
maar toen puntje bij paaltje kwam, of beter de kleine wijzer bij de twaalf,
besloot ik om toch maar onder de dekens te blijven, middernachtzonnen genoeg
de komende weken. 's Morgens voelde ik me weer bijna helemaal de oude. Toen
ik opstond vreesde ik echter het ergste. Polarstern lag namelijk stil en ik
zag nix anders dan wit door de patrijspoort van de kajuit. "Mist", was het
eerste wat in me opkwam, maar voor ik goed en wel mijn bril ophad, zag ik
dat het de ijsmuur was van de shelf-ice rand van Antarctica, waarnaast we
aangemeerd lagen. AANGEKOMEN OP ANTARCTICA !! Ondertussen kwam Gert, mijn
roommate, al volledig in pooluitrusting de kajuit binnnengewandeld om nog
een paar spullen te pakken en "goodbye" te zeggen, de komende vijf weken
blijft hij op de basis en zijn helicopter zou zometeen vertrekken. Na een
vlugge douche en ontbijt kroop ik ook in mijn gele Northface pak om ook
buiten eens een kijkje te gaan nemen. Er heerste een gezellge bedrijvigheid
van mensjes in rode poolpakken en pistenbullies reden af en aan met
containers en dieseltanks. Even later stapten Stephanie, Johannes en ik ook
de heli in richting Neumayer om daar een generator op te gaan pikken voor
metingen later op de dag. Heel eventjes nog een fotosessie van de heli met
het nagenoeg perfect nagebouwde telegeleid schaalmodel van een van de
officieren hier aan boord, en de zaak kon de lucht in.   In eerste instantie
vlogen we naar de basis om een stroomgenerator op te pikken voor onze
"environmental acoustics" metingen. Van de basis is er boven de grond niet
meer te zien dan enkele antennes,een stuk of wat containers en een
windmolen. Terwijl Johannes de generator ging oppiken, nam de piloot
Stephanie en mij mee naar beneden. De basis ligt namelijk volledig onder het
pakijs ingegraven. Na een tiental meters in het pakijs afgedaald te zijn,
kwamen we terecht in twee grote tunnels vol woon- en werkcontainers. Eens
binnen ziet het er allemaal zeer normaal uit, 't heeft veel weg van een
modern bedrijfje dat grotendeels in prefab is opgetrokken, met dat verschil
dat er geen ramen zijn, voor de rest, gezellige living en eetplaats,
bibliotheek... . Heel lang zijn we er niet geweest, een volledige
rondleiding komt later wel, er was nog werk aan de winkel. Eerst envooral
zouden we een van de twee basins overvliegen om te kijken of de ijscondities
zouden toelaten om daar met ons deeptow systeem metingen te gaan doen. De
piloot vergastte ons op een beetje rodeovliegen tussen de ijsbergen en
rakelings langs de shelf-ice rand. Beneden ons zagen we pinguins een beetje
ongemakkelijk wegvluchten voor de vreemde vogel. Heel eventjes bleef de
helicopter hangen bij een pinguinkolonie. Na een tijdje zoeken, vonden we
dan nabij een ijsberg een gunstig plekje om de hydrofoon te water te laten
om onderwatergeluiden op te nemen. De 40m wandelen van de heli naar de barst
in het ijs gingen niet zonder moeite. De ene 5 meter wandel je op perfect
harde sneew, de volgende meter zak je er tot je knieen in. Enkele meters
verder dan de plek waar we aan het meten waren, lag er een dikke zeehond uit
te luieren en af en toe stak er eentje zijn snoet boven water om eens te
kijken wat er allemaal gebeurde. De metingen zelf leverden niet veel op.
Foto's nemen van de prachtige ijsberg waarnaast we stonden was onbegonnen
zaak. De het eis rondom was wit, de lucht was wit en de ijsberg was wit.
Contrast nul en vreselijk overbelicht allemaal. Rondkijken zonder zonnebril
is bijvoorbeeld kompleet onmogelijk. Toen we onze DAT-recorde aanzetten,
dachten we zelfs dat het display niet meer werkte, maar er bleek zoveel
tegenlicht te zijn van de omgeving, dat het ding amper af te lezen viel
tenzij je een tunneltje maakt met je twee handen rond je ogen en dan met je
neus tegen het schermpje ging plakken. Even later terug de helicopter in tot
bij Polarstern om nog even te kijken of alles in orde was en aldaar werd er
eventjes pak-me-dan-als-je-kan met de andere heli gespeeld waarna we
doorvlogen om de ijscondities in het tweede basin te gaan bekijken. Net toen
we terug koers zetten richting Neumayer om de generator terug af te zetten,
kwamen er twee walvissen een luchtje scheppen. Net niet dicht genoeg om een
mooie foto te maken en veel te dicht naar de zin van de walvissen, want ze
doken relatief snel terug onder. Halverwege de vlucht richting Neumayer
bleek dat het weer ondertussen te slecht was eworden om nog tot ginder te
vliegen. Geen contrast meer. Rondom rond, alles wit, je kon niet meer zien
waar de de sneeuw eindigde en waar de lucht begon. De andere helicopter werd
gewaarschuwd dat vliegen niet meer veilig was, en wij keerden
onverichterzake terug. Die avond sliep ik dan voor het eerst in de kajuit
die ik nu voor mij alleen heb. De volgende namiddag maakten we dan nog een
verkenningsvlucht naar een derde mogelijke plek om ons deeptowsysteem uit te
testen, maar alles bleek onherroepelijk bedekt met een laag meringue, euhh,
ijs. Om 17.00 werd dan de aftocht geblazen en begon Polarstern aan een
urenlang gevecht met het ijs om zich los te wrikken, na twee uur voor- en
achteruit beuken en deuken, hadden we toch al twintig meter gewonnen. Na een
paar uurtjes foto's trekken in de vrieskou had iedereen het ook weer gezien
en ging alleman terug naarbinnen. Wiebke trakteerde met o.a. een fles
Aberlour 10, en dat hebben we ons laten smaken. Toen Maarten echter met het
nieuws aan kwam zetten dat we de volgende dag om 7.00 al op de plek zouden
kunnen zijn waar we dan wel zouden kunnen meten was het bedtijd geblazen.
Ondertussen zijn we vrijdag en dus een dag later en zijn we toch al 500m
opgeschoten, maaaaar we zitten onherroepelijk VAST... Er zit nu nix anders
op dan te wachten tot het ijs ons toelaat om wel weer wat vooruitgang te
maken.

Hoop doet leven en kou doet beven,

Wim

Week 3 22/1-29/1

Rara, het zit in je kop, het zegt "miauw" en je komt het meestal 's ochtends
tegen. Neenee, niet dat ik voor de zoveelste keer op rij als een schotelvod
uit mijn bed kruip, maar de voorbije vrijdagavond was er weer een die onder
de categorie 'best gezellig' kan gezet worden. Vooreerst werden alle
buitenandse deelnemers aan deze expeditie vriendelijk uitgenodigd voor een
glas Kaapse wijn bij Mr. Thiede, de "fahrtleiter". Zo rond elf uur werd er
beleefd bedankt voor de uitnodiging en zakten we af naar de mess. "Verruckt
von Mary" hield ons daar tot het einde van de film. Jawohl, Cameron Diaz
blijft zelfs gedubd in het Duits serieus de moeite waard. Het grootste deel
van de cinemagangers droop na de film af maar een hard kerntje toverde dan
toch enkele flesjes Budvar en Beck's op de tafeltjes. Pakweg om 3 uur lieten
diezelfde tafeltjes niet meer dan de aardig-bevolkt-door-lege-
bierflesjes-indruk na als bewijs van een uiterst gezellige bierbabbelavond.
Dutroux, Dioxine, Coca-Cola en onze streamer vormden zowat de Belgische
hoofdbrok van de onderwerpen van de avond. 't Enige verhaal dat jullie nog
nix van hoorden is uiteraard dat van onze streamer. Nadat Polarstern zich
vorige week vrijdag dan toch wist los te wrikken uit het ijs na een dag
vastgezeten te hebben, kon er zaderdagmorgen uiterst vroeg gestart worden
met de eerste tests van ons spiksplinternieuwe deeptow systeem. Kortgezegd
een kabel van 1100m lang, uitgerust met glasvezel voor datatransmissie en op
het einde een metalen "fles" met daarin een glasvezelmodem die de signalen
van de streamer, die dan weer aan de fles vastzit, naar de computer aan het
andere uiteinde van de kabel stuurt. De streamer is niet meer dan een
plastic darm, gevuld met olie en hydrofoons dewelke de reflecties op de
zeebodem en de onderliggende lagen opnemen van een achter het schip
gesleepte geluidsbron. Zo op en rond het slordige uur van 5u30 pieperde mijn
wekker mij uit mijn bed en een half uur later stonden we slaapdronken op het
achterdek bij de winch met onze kabel, de bemanning stond ons al op te
wachten. In eerste instantie moest onze kabel over een grote katrol gelegd
worden die in een in- en uitklapbaar frame op het achterdek van het schip
hangt. Geen eenvoudige klus en bij een ongelukkig manoevre met dat frame,
waar een kracht achterzit die toch wel enkele tonnetjes kan
vertegenwoordigen, kwam het uiteinde van de kabel vast te zitten in de
katrol. Door de kracht werd het ding zelfs deels afgebroken. Een van de
bemanningsleden kwam ons bezorgd een handvolhalve bouten afgeven terwijl het
hele zaakje boven onze hoofden klem zat, die dingen waren simpelweg geknapt.
De spanning werd op tijd van het geheel gehaald waarna de schade kon
gemonsterd worden. We moesten er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn
moest de kabelterminatie, die toch een zestal meter boven het achterdek klem
was komen te zitten en serieus onder spanning zat, volledig afgebroken en
losgeschoten geweest zijn met een imense zweepslag van de 5cm dikke kabel
tot gevolg. De waterdichte passing van de terminatie was danig vervormd, het
geheel stond zowat 20� uit lijn en zou op het eerste zicht in geen geval
meer waterdicht zijn voor de dieptes waarop het systeem uitgezet zou worden
(ong 500m diep). Het ergste werd dus gevreesd: na het verlies van de Duitse
streamer ook voor ons het einde van alle metingen. Een beetje ontmoedigd
gingen de Belgen de rest van de dag in nadat een verslag met foto`s van de
gebroken potten naar het thuisfront werd gestuurd. De meest
vermeldenswaardige activiteit verder die avond was de knipbeurt door Moni,
een beetje kunst- en vliegwerk, maar ik loop er op z'n minst weer een stuk
zomerser bij. De chief engineer stelde voor om het beschadigde stuk proberen
te repareren, maar wij zouden allereerst antwoord en advies uit Gent
afwachten vooraleer verdere acties te ondernemen. Het afwachten van dat
antwoord werd zondag gevuld met lezen, muziek luisteren, in slaap vallen,
eten, beetje rondhangen. Ook maandag zag er gelijkaardig uit. Nadat we
maandagavond nog geen bericht kregen, achteraf bleek dat een antwoordfax
niet was doorgekomen door problemen met de satcom, besloten we dan via de
satcom naar de unief te bellen. Het fiat werd gegeven om eender welke actie
te ondernemen om de zaak weer aan de praat te krijgen, zelfs al zou dit
irreversibele veranderingen aan het systeem inhouden (ik maakte me vooral
zorgen om meer schade aan te richten dan dat de zaak gerepareerd zou worden,
een lek systeem met 220V tot beneden op 500m diepte is om problemen vragen)
Het was ondertussen maandagochtend geworden en we waren net iets later
wakker dan normaal, maar de scheepsintercom vroeg het Belgische team om naar
het achterdek te komen. De mechanics hadden na zorgvuldig draai- en
freeswerk een extra dichting aangebracht op de terminatie, de gebroken en
geplooide bouten hadden ze opnieuw gedraaid. Vriendelijk bedankt en het
proberen waard. Een eerste test met een dummy kop op de kabelterminatie, we
riskeerden het niet om een paar miljoen aan meetapparatuur aan het
beschadigde en gerepareerde stuk te monteren, leverde positief resultaat, op
't eerste zicht bleek alles waterdicht, het echte werk kon beginnen. Echter
enkele dagen van frustrerend testen wegens weinig resultaten volgden. Na de
eerste test bleek ook dat de terminatie niet voor de volle honderd procent
waterdicht was, maar wat wil je, enkele uren onder 50 bar waterdruk. Het
gevolg was dat er een kortluitstroom was ontstaan door vocht in de
voedingsconnector daar beneden met als gevolg een flinke rookpluim uit de
kabel toen ik het ding achteraf demonteerde. Kniptang in de zaak en het
gesmolten boeltje werd verwijderd en vervangen, enkele minuten later en de
koperdraden hadden elkaar geraakt met het onvermijdelkijke geknetter als
gevolg. Tijdens de test konden we in de hoofdtelefoon vanalles horen, de
airguns (onze geluidsbron), de scheepspropeller, de "tsjiiip-tsjiiip" van de
dieptemeters van het ship, maar geen enkele vorm van reflectie van de
zeebodem. We probeerden tot in 't oneindige een deftig signaal door onze
kabel te krijgen maar het mocht allemaal niet baten. Uitgeblust plantte ik
me woensdag avond voor het T.V.-scherm met enkele boterhammen met pindakaas,
het avondeten hadden we allang gemist. Donderdag gingen we vol goeie moed de
electronica van het systeem te lijf met een signaalgenerator, oscilloscoop,
schroevendraaiers en soldeerbout. Eureka, ik vond een condensator die de
bandbreedte van het systeem wel eens te smal zou kunnen gemaakt hebben. In
't Schoon Vlaamsch zaten we met een elektronische komponent die
waarschijnlijk de signalen uitfilterde waar we eigenlijk naar op zoek zijn.
Het onding werd vervangen en de nieuwe bandbreedte van het systeem werd goed
bevonden. Het kleine capacitieve lichtje aan het einde van de tunnel nodigde
de vrolijkheid terug uit in het Belgische team. Vrijdag zouden we opnieuw
testen. Zogezegd zogedaan, maar de aanpassingen hebben niet mogen baten, het
zaakje bleek het nog steeds niet te doen. De kleine Belgjes verliezen in
geen geval de moed op professioneel gebied en gelukkig zorgt de immer
stromende portie tegenslag nog niet voor persoonlijke spanningen, in
tegendeel, de ambiance blijft hoog en tijdens de uurtjes van pinten pakken
en leuteren met de Duitse collega's blijft de goeie sfeer prominent
aanwezig. In Zillertal wordt er enkel en alleen getapt door de
wetenschappers, vanavond gaan Stephanie en ik de mensen hier eens vergasten
op een Belgisch avondje uit. Ondertussen hebben Maarten en Steph ook al af
en toe deelgenomen aan de helicoptervluchten voor de metingen van
veranderingen van 't magnetisch veld van onze aardkloot. De voorbije week
hadden we gelukkig een uiterst vlakke Weddel Zee maar vandaag was het
daarbovenop buiten ook nog uitzonderlijk klaar ook, met een uiterst ver
zicht als gevolg. Na haar vlucht vandaag wist Steph te zeggen dat het van
ver en uit de lucht echt wel duidelijk is dat we met Polarstern "In the
middle of Nowhere" zitten, rondomrond water met hier en daar een ijsberg en
een verloren gezwommen pinguin, voor de rest NIX. We zijn er ondertussen al
aan gewoon.

Week 4

Op een uurtje na, ben ik net uit de helicopter gestapt. Voor de tweede keer
deze week mocht ik mee voor een helimagvlucht. Twee uur lang
helicopterzitten, meetwaarden neerschrijven en jezelf vergapen aan het onder
je door schuivende landschap. Op dit moment dobbert Polarstern rond tussen
vrij losse brokken en ijsschollen, uit de lucht ziet het er allemaal een
beetje soep-achtig uit. Als Polarstern kleiner en kleiner werd, kwam de heli
steeds dichter bij de shelfice rand. Uiterst helder weer vandaag dus het
zicht was navenant. Eenmaal boven het ijs heb je een onmetelijke witte
vlakte onder je, en als ik zeg vlak dan is het ook vlak. Enkel de vage
schaduwtjes van het zich heralende patroon van de wind in de bovenste
sneeuwlaag geeft een blijk van relief. Gisteren was het andere koek. We
genoten weer van volledige white-out. En geloof me, dan zie je dus geen
steek. Enkel de vage vormen van het ijs dicht bij, maar zelfs met een
zonnebril doet het zeer aan je ogen. Spierwitte lucht, overal even wit ijs,
de horizon bestaat gewoon niet meer en als je er te lang naar blijft kijken
om ook maar een beetje zin voor orientatie te pakken te krijgen, nou vergeet
het maar, het feit dat je nergens op kan scherpstellen bezorgt je oogpijn
van hier tot Tokio. Deze contrastloze dag stond contrastvol tegenover de
avond ervoor. Ik waande me gegarandeerd op een andere planeet. De avond was
uiterst helder en we hadden de zeeijsrand terug bereikt. Langzamerhand
kostte het Polarstern steeds meer en meer moete om zich een weg door het ijs
te banen. We vaarden tussen muren van ijsbergen door en de ijsschotsen
werden groter en groter. Het 'mes door de boter' dat ik eerder beschreef
maakte resoluut plaats voor brute kracht. Regelmatig moesten we achteruit en
terug vooruit om met vernieuwde kracht op het ijs in de beuken. We tekenden
ijsdiktes op tot 1,75 m. Camera's klikten welig en het de natuurpracht werd
helemaal overweldigend toen de zon onderging. De wit met lichtbauw getinte
ijsbergen,gehuld in het geelgoud met koperrood van de zon die langzaam
wegzakte aan de horizon bezorgden me pijnlijke tanden omdat mijn mond al de
hele tijd was opengevallen. Onbeschrijfelijk, majestueus, ontroerend,
overweldigend, je wordt er stil van. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat
zelfs Spielberg met de meest krachtige computers ook maar buurt zou kunnen
komen van een waarheidsgetrouwe weergave van hetgeen hier te zien valt. Ik
zou liegen, moest ik zeggen al ooit in The Grand Canyon geweest te zijn,
maar dat ding vervalt volgens mij tot een treintjeslandschap in vergelijking
met de oorverdovende stilte en immer veranderende schoonheid en kracht die
dit stukje Moeder Aarde uitstraalt. Stapvoets vorderden we tussen de
ijsrotsen en zonder opgeven bleef Polarstern inbeuken op het metersdikke ijs
dat over honderden meters in stukken spleet langs de spanningslijnen over
het oppervlak. Het gesis en gekraak van het uiteindelijk begevende ijs, het
gekolk van de manshoge brokstukken die vers gebroken vanonder de kiel naar
de oppervlakte komen gestegen, de New Age industrie zou er wel bij varen. In
de verte draaiden enkele robben hun kop. Pinguins leken te zwaaien met hun
vleugeltjes, hier en daar was er een pinguinfamilie die vond dat we iets te
dichtbij kwamen en dan eerst haastig wegwaggelde om enkele ogenblikken later
de een na de ander op hun buik te vallen en met hun vleugels als paddels weg
te sleeen om over de ijsrand een voor een in het water te duikelen. Eens de
zon achter de meest verre ijsberg was ondergegaan werden we vergast op een
layercocktail van Batida de Coco met crushed ice op een laagje donker
bosbessensap voor het ijs op het donkerblauwe zeewater, daarboven Bacardi
aangelengd met Gin en met een laag sinaasappelsap die langzaam begint te
mengen voor het roze en goudoranje van de laatste zonnestralen die
langzamerhand ook de #6699FF Curacao van het overblijvende stukje blauwe hemel
begon in te palmen. Helemaal bovenaan dreef het grijsblauwe van de nacht die
werd ingezet, maar nooit het nooit helemaal zou halen. Ik moet nadat ik een
tijdje na zonsondergang nog een tijd buiten had gestaan, nog onderhalf uur
op de brug voor het raam hebben gezeten, want toen ik rond half twee
uiteindelijk mijn kajuit indook zag ik door mijn patrijspoort de zon al
terug opkomen. Een week voor we ons "Bergfest" vieren, het midden van de
expeditie, stak ik mijn laatste filmpje van de acht die ik meebracht in mijn
fototoestel. Die avond heb ik er ongeveer 50 verschoten. Gelukkig kunnen we
hier aan boord filmpjes kopen. Op wetenschappelijk gebied gaat het de Belgen
nog steeds niet zo voor de wind. Na de tevergeefse tests van vorige week,
hoopten we op de minder diepe wateren die we bereikten in het midden van
deze week. Met maxima van 1300m diep, hoop- ten we op deze plek toch eens
enkele reflecties te kunnen waarnemen. Het begin van de week werd het
wachten op de ondiepte vooral gevuld met lectuur, en af en toe keken we mee
hoe er kernen naar de zeebodem werden gestuurd om sedimentstalen te nemen.
Woensdagavond veranderde mijn kajuit in een gezellige harington toen er voor
de gezelligheid enkele flessen Kaapse wijn werden ontkurkt en iedereen die
langs mijn deur kwam vriendelijk werd uitgenodigd voor een glaasje. Tijd
genoeg om de volgende dag uit te slapen omdat we slechts vrijdag de ondiepe
waters zouden bereiken. Het zou vrijdag na het nemen van het laatste
bodemstaal rond 4 u 's morgens, zeer vroeg worden voor ons en ongeveer 5 uur
nadat de vrijdag effectief begonnen was, rinkelde de telefoon in mijn
kajuit. "Moin Moin" was de boodschap van de officier van wacht, tijd om in
de werkkledij te schieten en de streamer voor de zoveelste keer overboord de
zetten. Voor de zoveelste keer tevergeefs... Via onze thuisbasis in Gent
kwamen werden er enkele noodoplossingen door- gestuurd van de
streamerfabrikant vanuit Frankrijk. Gisteren bouwde ik de aanbevolen chip in
(voor de collega's: een 741 als voltage follower voor een
impedantieaanpassing die onaangepast roet in de bratwurst met sauerkraut zou
kunnen komen gooien), van zodra we in ijsvrij water terechtkomen gaan we
voor de zoveelste test. Hoop doet leven en het houdt ons bezig.

Wim

Week 5

Vannacht sliep ik de eerste keer voor 200% gerust in mijn kajuit. Geen
vampier zou de ruimte zijn  innen gekomen waarin ik lag uit te suffen na de
opruim. Lookadem, knofkegel, Italianenbakkes, noem het zoals je wilt maar
gisteren op het Bergfest, heb ik me heerlijk overdadig tegoed gedaan aan
onderandere het lookbrood dat geserveerd werd. Op het achterdek waren drie
barbeques geinstalleerd, op een van de drie lag er een compleet varken met
een file hongerige matrozen en wetenschapers met uitzicht op een zeer
woelige zee. Eerder die middag was er plots heel wat wind komen opzette. We
zaten in Suzanna' kajuit een colaperitiefje te genieten toen de zaak plots
deftig aan het rollen ging. Bulderend glasgerinkel vanuit de mess, geschuif
en gebons van vanalles wat zich in de kalmere weken totaal niet zeevast had
opgestapeld op tafels en bureaus ging resoluut de grond op. Toen ik mijn
kajuit binnenstapte om alles extra vast te leggen besloot Polarstern om er
nog een schepje bovenop te doen door, nu ja, niet ei zo na de radar kopje
onder te draaien, maar toch genoeg te rollen om deze jongen met heel z'n
hebben en houden de grond op de kieperen, pataat en een licht bezeerde
elleboog. Blijkbaar was iemand de stabilisatoren vergeten uit te klappen
(ijsbrekers zijn niet van de stabielsten in 'gewoon' water, deze is
uitgerust met uitklapbare onderwatervleugels om toch een beetje horizontaal
te blijven). Maar kom, het Bergfest dus...Drie tafels vol vlees van
lichtroze tot bloedrood, drie tafels met koud buffet, vers gebakken brood,
lookbrood (dus he), rooie Kaapse, witte Kaapse, en schuimend Duits, alles a
volonte en zeg niet dat we er niet geweest zijn! 't Enige valse nootje dat
er klonk, was de muziekinstallatie die halverwege de avond besloot om een
even hardnekkige "njet" als onze streamer ten toon te spreiden, maar dat
heeft in geen geval de pret bedorven, het kleine radiootje van Christian
deed het minstens even goed. Welja, onze streamer dan. Maandag werden er
cores genomen vlak bij de shelfice rand, de waterdiepte bedroeg amper
driehonderd meter en er werd besloten om eens een echt ondiepe test uit te
voeren. In de late avond ging de streamer met aangepaste elektronica weer
eens resoluut te water en even later JA WAREMPEL ! SIGNAAL ! Het eerste
seismische profiel werd geregistreerd jolijt alom, en moesten de labo's hier
niet 'droog' staan, openden we prompt een fles om't even wat een voldoende
feestelijk percentage alcohol zou bevatten. Maar kom, met drie blikjes cola
kan je ook toosten. Wegens het late uur werden er slechts twee profielen
gevaren van elk ongeveer een uur. De dagen erop werden de profielen
softwarematig een beetje verbeterd en werden er plannen gesmeed voor de
eerstkomende diepwatertest. Op 11 februari kwam het er dan van, met volle
moed ging de zaak weer de grote kouwe plas in, en groot was de ontgoocheling
wederom toen bleek dat er weer niet meer dan nix op het scherm verscheen....
Ondertussen wordt er druk geroeid met de elektronische riemen die we hebben
hier aan boord onder de vorm van geknutsel met versterkers allerhande. Meer
is't deze week echt nie geweest.

Wim

Week 6

Goeiemorgen, welja 't is zondag, de dag na zaterdag, meerbepaald de dag na
de meestbezochte Zillertalavond. Neeeee, we zitten hier nog lang niet met
een drankprobleem. Voorlopig zitten we enkel nog maar met een
tomatenprobleem. Die zijn namelijk op, geen tomaten meer. Ons Stephanie
probeert met alle macht van de wereld het schrijnend tekort aan rood
vruchtvlees te compenseren door alles te eten met ketchup, elk zijn/haar
stijl. O ja, wat ook op is is de muziek. De scheepsradio blijkt het al een
dagje of twee niet meer te doen. (Op de brug staat er een ding met 200 CD's
erin waar ad random de sfeer wordt uitgekozen). Na zes weken zit ik al door
mijn eigenste stukje thuis o.v.v. 48 CD's en ik ben niet de enige die dat
probleem onder ogen kreeg, onder de wetenschappers is er dus al een welig
ruil- en kopieerhandeltje ontstaan in CD's. Het blinkschijfje van Shantalla
heb ik al meeeeenigmaal moeten missen, jaja folkfans aan boord. Dat
fiddlende groepje Belgische Ieren (of andersom) heeft hun toekomstige suxes
in Duitsland dus aan mij te danken. En over landse anderslandigen
gesproken... wegens de leeggelopen radio ligt mijn draagbare
stereoinstallatie hier mijn typritme om zeep te helpen met de aan-
stekelijke Francobeat van een groepje Fransozen met de ronkende naam
"ZEBDA", overal te horen waar onze sympathieke Nederlandse Fransman Pieter
(bij deze ook vele groetjes aan de familie Van Beek) oftewel wacht oftewel
bardienst heeft. En als we vorige week vergast werden op een grillparty, om
16u30 nodigt de fahrtleiter ons uit op een receptie met cocktails, op
zondagnamiddag als- tublieft. Reden genoeg om dit weekverslag bij het
uiterste van het ochtend gloren (toch wel 09:57) de PC in te tikken. En
iedereen die vreest van mij bij terugkomst niet meer te kunnen herkennen
wegens bierpens, horecagezwel, hangbuik, vreest niets :wij doen aan sport!!
Al is het maar om de dagelijkse op-en-af-jes te plegen tussen labo, kajuit,
computerroom, die allen nog steeds met de trap gebeuren. Ik heb nog maar
twee keer de lift gebruikt en dat was om in het voorraadruim samen met Matze
een nieuw vat te gaan halen (gniffel). OK, de echte sport dan, vooreerst de
denksport. De eerste paar dagen van de week werden gevuld met het ontwerp en
de bouw van een extra versterker voor ons systeem, maar daarover meer.
Dinsdag ben ik dan voor 't eerst sinds de virus-attack nog eens 't zwembad
ingewandeld (duiken mag niet en vraag aan mijn linkervoortand maar waarom ik
die dat verbod in acht neem). Toegegeven, met een afstand die je in de
lengte aflegt met vijf schoolslagen ofte drie krachtige crawls is ons
poeltje niet direkt de olympoplas waar je Fredje zijn ding in kunt laten
doen, maar na honderd heen-en-weertjes voel je toch wel enige vorm van
vermoeidheid. En jaaa, ik ben er ook op gekomen om het ding diagonaal te
nemen, maar dan zwem je ook diagonaal op de golven, en da's minder
praktisch. Jaja golven, dit plonsbad zit nog steeds benedendeks in een
drijfkist die waggelt als een zwangere pinguin, het 's morgensvroege
zit-er-nu-water-in-of-niet-spiegelopp- ervlak van het gemiddelde
hotelzwembad kan je dus vergeten. Zwemmen dus, en pingpong, iets minder
benedendeks dan het zwembad, maar in de vrachtruimen die sinds ons bezoek
aan Neumayer leeg zijn, werden tafeltennistafels gezet alwaar vandaag
ondertussen de finales op gespeeld worden van de scheepscom- petitie. Dat
gebeurt op een iets te hoog niveau, maar dat houdt ons niet tegen om een
paar amateurwedstrijdjes te plegen. We bewegen dus nog steeds, dus liefste
Marijke en Ruth, die etentjes, droom er nog maar eventjes van, hihi.
Arbeidsvreugde dan. Samen met Hartmut heb ik maandag, dinsdag en woensdag
aan een extra versterker gewerkt voor onze streamer. Reflectie in ondiep
water, geen reflectie in diep water, diepwaterreflecties te zwak, extra
versterking nodig, dat was zo onze hoofdzakelijke gedachtengang en er werd
geknutseld aan een stukje elektronica met een voorzichtige versterking van
x10, voor de totale versterking van het systeem tekenden we dan x400 op. Wat
we riskeerden was om het mysterieuze geraas dat we bij elke test hoorden,
hoogstwaarschijnlijk afkomstig van het schip, mee te versterken. Vrijdag
werd de zaak weer met vernieuwde moed de grote kouwe plas ingeschoven, en
dit wordt al voorspelbaarder dan de lottocijfers, weerom tevergeefs.
Geofysicus en elektronicus staan voor een raadsel. In ieder geval, vlak voor
we de Neumayer- basis terug aandoen, maken we toch nog een kleine survey in
ondiep water. Ondertussen werd er ook besloten dat we twee dagen vroeger
naar Neumayer zouden gaan om dan ook twee dagen later in Kaapstad aan te
kunnen komen. Dinsdag heeft de winch die de cores van enkele km kabel
voorziet er namelijk de brui aan gegeven door te blijven steken op een
slordige 1155m. Men is erin geslaagd om het zaakje pseudo-manueel nog aan
boord te krijgen, maar niet dat de geologen nog enige buis in de zeeodem
zullen kunnen steken dus. De expeditie na ons heeft die winch nodig, in
Kaapstad moet het zaakje dus gerepareerd worden. "Neptunus' Toorn", daar
begint het allemaal op te lijken... Bijna doelloos dobberen we dus rond in
de Weddell zee, de helimag, de parasound en de hydrosweep (de twee laatsten
uitt de kluiten gewassen dieptemeters) zijn de enige nog regelmatig bemande
stations. Geruchten doen de ronde dat we de loze tijd een beetje zullen
vullen met wat Antarcticatourisme. Terwijl ik dit stukje aan het tikken ben,
werd er op de intercom ondertussen een iceberg-allee aangekondigd en is
Steph, die immer vrolijke kreetjes van verwondering slaakt bij het statig
voorbijdobberend natuurschoon, is mij al twee keer komen wegplukken van dit
qwertz-keyboard "Alley vite ! Viens voir!". God ja, bijna vergeefse moeite,
want ik heb de ooh-een-ijsberg-periode ondertussen wel gehad, en mijn
fototoestel ook denk ik. Alhoewel, donderdag heb ik dan toch wel het geluk
geprezen van mijn klikmachien bij de hand te hebben. Alweer werd er over de
intercom "an amazing iceberg" aangekondigd en iets dat echt veel weg had van
een lichtblauw luchtkasteel passeerde menig netvlies en 200 ASA filmpje. Tot
onze Matze de fontein van een paar walvissen opmerkte. Huppekee iedereen het
zonnedek op. Op de bekende greenpeace foto's van een majestueze staart boven
het wateroppervlak werden we niet vergast, maar een van de twee speelvogels
waagde zich in ieder geval op enkele meters van de scheepsromp. En als zo'n
beest enkele cm onder het wateroppervlak onder je doorzweeft, word je wel
even stil. Tot volgende week,

Wim


Week 7

Week 7, midden in de helft van wat dan toch de reis van mijn leven aan het
worden is. Vandaag (27/02) hebben we voorgoed gedag gezegd aan het witte
continent. Niet zonder emoties voor sommigen nu onder ons, maar laat ik deze
week chronologisch aanvatten. Alles begon met vorige zondag die vooral
gekenmerkt werd door, ja inderdaad, 't begint erop te lijken dat we hier aan
boord niet anders doen dan eten en drinken, een receptie. De laatste zondag
dat we met ons 'selecte' groepje wetenschappers de buik van dit schip
mochten vullen. De laatste zondag die we konden genieten met tonnenvol
ruimte rondom ons, privekajuit, plaats genoeg tijdens de maaltijden, nooit
aanschuiven, 't was allemaal voorbij. Receptietje dus en alle
'buitenlanders' lees (niet Duitsers) werden vriendelijk verzocht om ook even
een woordje te placeren over hun voorgangers-antarcticapioniers. Een
handjevol mensen op het thuisfront werden eerder door onze Maarten aan het
onderzoeken gezet met als doel zoveel mogelijk info te verzamelen over
Adrien de Gerlache, de eerste Belg die ooit voet zette op Antarctica, die
naar hier kwam met zijn houten stoomschip de 'Belgica'. 'k Ga er niet teveel
woorden aan gebruiken. Het verhaal van de Gerlache komt er als tussenstukje
van mijn reisverhaal. Tot en met donderdag hield deze week niet meer in dan
wachten tot diezelfde donderdag. We kregen dan nl. nog een dikke
vierentwintig uur voor onze allerlaatste test. Daarna werd er weer een
tussenstop gemaakt bij Neumayer om dan nooit meer terug te keren en ons
deeptowsysteem nooit meer te gebruiken tijdens deze expeditie althans. Na de
laatste loze tests in de diepzee besloten we om metingen te gaan doen in
enkele ondiepe gebieden en om in ieder geval een meting te doen op de
'slope' alwaar de diepzee overgaat naar de ondiepte van het continent, we
spreken over een dikke 2500 m diep tot ongeveer 500 m diep om dan eindelijk
de kritische diepte vam ons system te leren kennen, om uit te pluizen vanop
welke diepte het zaakje begint te werken. Maar kom, we zouden daar dus niet
toekomen voor donderdagavond... Tussentijds werd alles nog eens
gecontroleerd en uitgetest. Het uiteindelijke brouwsel dat er van ons
deeptowsysteem is gekomen was operationeel in al haar beperkingen, we zouden
het erop wagen. De rest van de dagen werd gevuld met het schrijven van
brieven naar het thuisfront, stuk voor stuk voorzien van de nodige stempels
en handtekeningen om de zaakjes een beetje een verzamelaarswaarde te geven,
of om op z'n minst iets origineels over te maken aan de familie en vrienden.
O ja, maandag kreeg ik de bescheiden eer om Johannes nog te vergezellen
tijdens de voorlaatste helimag vlucht over de Antarctische plas, na de
laatste vlucht die dag werd het zaakje afgesloten met enkele flesjes sekt.
En ja, nu we het dan toch over heli's en drinken hebben, waarom ook niet
even vermelden dat een van de avonden van de voorbije week opgeluisterd werd
door de heliploeg met een punch op het helidek. Hoe 'yupper' kan het zijn
he, een 'Helideck Party'. Eens lekker opgewarmd door het kruidige dampende
drankje kon het dan ook richting Zillertal alwaar de "groten" der geologen
een ding ten berde gaven alwat wij in 't schoon vlaamsch "een vat" noemen.
Komkom, de arbeidsvreugde dan. Donderdagavond zo op en rond zeven uur werd
de streamer voor de laatste keer de grote kouwe plas ingeschoven. Na een dik
halfuur aan de winchcontrols te zijn vastgevroren hadden we het zaakje op
een goeie 150m diepte gebracht en met bevende handen, was het nu van de kou
of van de zenuwen, sloot ik de glasvezel aan voor de data-acquisitie. En
zoals verwacht, want we vertrokken vanuit de diepzee, geen reflectie. Het
belgische team nam elk om beurt vier uur de wacht op bij de PC. Ik ben
altijd zeer tuk op de nacht- of vroege ochtendshift, dus deze jongen moest
er om kwart voor vier weer uit om van vier tot acht het geheel in 't oog te
komen houden. Was het nu niet dat onze Pieter en Suzanna die avond een
Zillertal-Special inmekaar hadden geboxt, was ik vroeg gaan slapen, maar tot
ongeveer middernacht ben ik daar toch nog blijven genieten van de
pannenkoeken die ons olijke duo voor de gelegenheid had gebakken en van het
grappige uitzicht op de barbezoekers die in opdracht van de inn-keepers voor
de gelegenheid simpelweg een hoofddeksel moesten dragen. Toen Maarten dan
toch eventjes een pintje kwam pakken met de melding "We zien hem" ben ik
verkleed als arabier naar beneden gespurt. Jawarempel, op 1800m diepte
werden de eerste tekenen merkbaar van een zeebodemreflectie... Toen ik om 4
uur fris en monter gewekt werd door een binnenscheepstelefoontje van
Stephanie, kwam er al een profiel op het scherm van onze PC
voorbijgewandeld. Een van de redenen waarom ik telkens de nachtelijke shifts
'opeis' (niet dat dat zoveel energie vraagt, vermits die uurtjes ook wel
eens de 'hondenwacht' genoemd worden) is dat je de zon simpelweg ziet
opkomen. En als er iets mooier is voor een optimist dan een zonsondergang,
dan is het toch wel de zonsopkomst kijken zekerst !! Stephanie gunde me dus
nog een kwartiertje respijt om eventjes te gaan genieten van het
adembenemende schouwspel. Mijn Northface uitrusting hing nog steeds aan de
haak in de kajuit dus, onder het motto van, niemand in de buurt die mij
naroept "Doe een sjaal aan, het is koud buiten" ging deze jongen bij een
gematigde -13,5 (windstil wel bij te vermelden !) op sandalen en met
kriebeltrui het achterdek op, maar niet voor echtlang. Netjes gewekt door de
frisse ochtend begon ik dan aan mijn shift die niet meer inhield dan om de
vijf minuten 't een en 't ander van gegevens neer te pennen en de zaak in 't
oog te houden. Kwart voor zeven was het, toen ik al stilletjes aan het einde
van mijn shift aan het denken was, toen ik nix meer van signaal binnenkreeg.
Een blik op de oscilloscoop die het signaal van de airguns weergeeft leerde
mij dat ik op dat ontiechelijke uur toch wel te maken kreeg met een geval
van str... aan de kn..... . De pc gaf enkel nog ruis, de bewakingscamera op
het achterdek toonde een vertrouwelijk beeld, alhoewel er verdacht veel
extra bubbeltjes vanonder het wateroppervlak kwamen. Dan toc gewapend met
muts en jas eventjes een kijkje gaan nemen op het achterdek. Van de
verrtrouwde dreun die de forse persluchtbron door het ganse schip stuurt
(zes liter, 200 bar, dat knalt), was er overigens nix meer te bekennen. En
buiten zag ik tussen de kabels die ondertussen al gesierd werden door een
steeds groter wordende ijskogel aan het wateroppervlak, weldegelijk het
bewijs van een airgun die niet meer werkte zoals het hoort. In den beginne
gebruikten we twee van die dingen, maar reeds bij het tewaterlaten van het
systeem, was er al een van de twee stukgegaan. Het waren dus niet alleen de
Belgen die technische problemen hadden. Welja dus de Duitse technieker uit
zijn bed gebeld met de boodschap dat er waarschijnlijk iets fout was. Toen
Norbert een kwartiertje later terplekke was werd mijn vermoeden bevestigd.
Huppekee alle matrozen vanwacht op het achterdek getrommeld om de zaak
binnen te halen. Weerom een kwartiertje later bleek de airgun compleet
bevroren te zijn. Welja, van 200 bar naar pakweg 2, dat wil wel eens
afkoelen en het gehele ding was ingepakt door een vingerdikke laag ijs,
waaronder ook de pistonshuttle, het onderdeel dat de gun doet werken.
Eventjes vergeten de antivriesmenger aan te zetten... Bij nadere inspectie
van de andere gun, diegene die eerder stuk was gegaan, bleek dat er netjes
een gaatje was 'doorgeschoten', zo lek als een vergiet, zo kon je het wel
stellen dus en nix meer aan te doen. De andere gun werd binnengehaald en
ontdooit en tegen 11 u kon de zaak weer overboord. Eens we later die dag
goed en wel op de shelf waren aangekomen, kwam zelfs een gematigd positief
sfeertje onder de belgen wegens het toch wel redelijke profiel dat we
behaald hadden. Dagenlang vloeken en soldeerdampen  ademen, geknoei en
geknutsel, ze hebben allemaal baat gehad en zeg niet dat het te laat was,
want exact een dag voordat de zaak ten einde liep, hebben we ons doel
bereikt. Vrijdagavond haalden we moe maar voldaan alles terug binnen en
konden we na een vierbiertje met de matrozen van wacht met volle overgave
beginnen aan verkwikkende en lange nachtrust. Zo rond tien uur werden we
gewekt door de dingdong van de scheepsintercom die ons meldde dat de
helishuttle naar Neumayer terug was angevangen. Blik door de patrijspoort
leerde me dat we lagen aangemeerd bij de shelfice rand van Antarctica. Nog
een beetje slaapdronken wandelde ik de kajuit uit. Maarten wist me te
vertellen dat ondertussen de helishuttle was uitgesteld tot de namiddag. Een
uurtje later botste ik op Marie die vroeg of ik geen zin had om tevoet naar
de Neumayer basis te gaan. Zogezegd zogedigidaan. Netjes ingepakt,
ingesmeerd en gewapend met camera en zonnelippen stift begonnen we na een
laat ontbijt van drie pistolets met pindakaas (we zouden het middagmaal aan
boord missen) aan een twee uur lange trektocht over de witte vlakten van
Antarctica. Met de 'mummychair', eenvoudigweg een bakje dat bengelend aan
een hijskraan mensen kan transporteren, werden we in een frisse koelte van
-17 gedropt. Prachtig weer, eindeloos zicht, blauwe hemel en de vlagjes die
de route naar de basis aanduidden. Na een tijdje was er een natuurlijke
onderverdeling ontstaan in de groep van snelle stappers en tragere stappers.
Ik was ondertussen terechtgekomen bij Suzanna en Brunhilde die er ondanks
hun iets kortere benen, toch een aardig tempootje op nahielden. Toen er
ongeveer halverwege een 'Ski-Doo' (je weet wel, een snowscooter) voorbijkwam
die prompt reageerde op de omhooggestoken duim van Brunhilde, zetten we met
z'n tweetjes de tocht verder. Toen we op een gegeven moment letterlijk en
figuurlijk eventjes stilstonden bij de plek waar we ons bevonden en om
eventjes de schoonheid van deze witte woestijn in ons op te nemen werden we
vergast op het oorverdovende geluid van de Antarctische stilte. Geen wind,
geen krakende voetstappen, geen gebabbel over de voorbije dagen op
Polarstern, stilte, oneindig diepe eenzame stilte met rondom rond witte
heuvels en witte vlakten.'k Weet niet hoelang we daar zo gestaan hebben,
maar ons rondgekijk werd prompt onderbroken door een heli die tweemanshoog
boven de grond recht op ons af kwam gevlogen. De helipiloten konden er eens
dank- baar gebruik van maken dat het helimag toestel niet onder hun
speelgoed hing zodat ze eens lekker de propellers konden strekken door
vriendelijk uitgenodigde vrijwilligers te vergasten op een rodeovluchtje
richting Neumayer. Tweemanshoog bleef Jurgen ook vliegen toen hij rakelings
over onze hoofden passeerde en bij wijze van "hallo daar beneden" een
slalommetje trok tussen (en boven uiteraart) de vlaggemasten die we volgden.
Met de geur van kerosine in de neus zetten Suzanna en ik onze tocht verder.
In de verte konden we al enkele rode figuurtjes de ondergrond zien
inwandelen via het grote luik dat de ondergrondse garage van de basis
afsluit. Enkele honderden passen later duikelden wij ook de wereld onder de
sneeuw in. Toen we binnenwandelden, kwam mijn ouwe bekende kajuitgenoot Gert
ons begroeten waarna hij ons uitnodigde voor een kleine rondleiding op de
basis. Neumayer bestaat uit twee parallelle 100m lange tunnels met een
diameter van 8m die ondertussen al een vijftal meter onder het ijs bedolven
liggen. In eerste instantie stak de basis maar half onder de sneeuw, maar
elk jaar komt er ongeveer een meter sneeuw bovenop. De toegangstorens tot de
basis worden dus met de keer hoger en hoger, willen ze toch nog boven de
grond blijven uitsteken. De garage is andere koek, daar moet je van buiten
naar binnen en omgekeerd kunnen blijven in en uitrijden met pistenbully's en
ski-doos. Vandaar dat ze elk jaar het dak, dat op uitschuifbare poten staat
eenvoudigweg elkjaar een metertje omhoogschuiven en de 'vloer' ophogen met
verse sneeuw. We keken rond in de verschillende labo's en genoten een koffie
en een babbel met een van de overwinteraars. Helitaxi terug naar het schip
en danig vermoeid van de straffe wandeling dronken we ... in ... .
Zondagochtend, weerom gewekt door de vertrouwde dingdong van de intercom met
de vraag of er nog spor- tievelingen waren voor een partijtje voetbal.
Pfaff, Preud'homme en ballenpakkers allerlanden, ze mogen zeggen wat ze
willen, ze mogen in de meest exentrieke stadions gespeeld hebben, deze
jongen was goalie op Antarctica en om de tien minuten naar een bal duiken op
een ondergrond van sneeuw en ijs, welja vraag het maar aan mijn knieen en
ellebogen. Af en toe ook een pasje gewaagd in het middenveld, maar de
vrieskou en de scheepsconditie lieten, voor alle spelers trouwens, niet meer
dan enkele looppassen toe en het waren alleen de allersterksten die onder
luit krijgsgeschreeuw nog met volle overtuiging de bal achternagingen,
alvorens ze onderuitgingen. Hoe je het draait of keert, ijs en sneew gemengd
in de juiste hoeveelheden, geven net genoeg grip om te lopen maar lang niet
genoeg van datzelfde om te stoppen. De truuk als je niet wil vallen: ofwel
blijf je lopen ofwel blijf je stilstaan. Welja als comlplete voetbalheiden
toch wel fier dat ik heel wat balletjes belet had om het doel dat voor de
gelegenheid uit twee kernbuizen bestond (met dank aan de geologen) binnen te
komen, alleen al om het feit dat niet alleen de bal op je afkomt maar
gegarandeerd ook de kerel/meid die de het schuivende (en dus niet rollende)
ding op je af had gestuurd wegens de welgekende toestand van de ondergrond.
Geoorloofd bodycontact heet dat dan, maar een poolschoen is nog altijd geen
samsonpantoffel... Compleet uitgeblust trokken de sportievelingen dan naar
de mess voor weer wat extra energie. Ter gelegenheid van de laatste momenten
aan de shelf hingen we kort voor tweeen nog een hydrofoon en een streamer
overboord, kwestie van nog wat opnames te hebben van de scheepsruis. Waar
het ding in terecht is gekomen weet ik niet, maar toen de coaxkabel (die
zelfs netjes een paarkeer rond een paaltje was geslagen als verankering) van
de hydrofoon netjes uit de DAT-recorder floepte, wist ik meteen dat weerom
wat van het bekende bruine goedje aan het evenzeer bekende glazen speelgoed
te vinden was. Spurt naar de reling voor een grabbel naar de kabel om nog te
redden wat er te redden viel, 't was namelijk onze hydrofoon niet.., Aan de
steeds groter wordende spanning op de kabel wist ik meteen dat, als er niet
snel 'geknipt' zou worden, alles wat nog aan die kabel hing netjes mee de
dieperik inging, en 'alles' dat was niet meer dan ikzelf als ik niet gou de
kabel losliet die ondertussen wel bezig was om vanalle rommeltjes die op het
achterdek lagen mee te sleuren. Op het moment dat ik naar Maarten om een
kniptang brulde voelde ik de kabel trillen waarna alle spanning verdween...
Zonder veel nadenken verstoorde ik de rest van de metingen door ook meteen
de streamer binnen te halen, die voor de gelegenheid met een gewicht in
verticale positie was gebracht. We zaten ver genoeg verwijderd van de
scheepspropeller en achteraf wist de kapitein ook niet waar we het ding aan
verloren hadden, we zijn het in ieder geval kwijt... jammer. Ondertussen was
het al flink na tweeen geworden en boven onze hoofden was de mummychair al
enkele keren over en weer gependeld naar het steeds groter wordende rode
groepje mensen dat rond een grote ketel gluhwein stond ter gelegenheid van
het afscheid. De wetenschappers van Polarstern en alle mensen van Neumayer
tesamen een vierden een vaarwel dat naderhand toch een klein emotioneel
tintje kreeg. Begeleid door de warme klanken van "The Banana Boat Song" van
Harry Belafonte door de scheepsradio en de vaarwelhoorn van Polarstern
begonnen de mensen die de laatste maanden op Neumayer waren, de vorige over-
winteraars, en de mensen die al die tijd aan boord waren gebleven aan de
tocht terug naar Kaapstad. Op het ijs van Antarctica bleven er negen mensen
achter, de mensen die de komende twaalf maanden de Neumayerbasis zullen
bemannen voor de volgende overwintering. Tot als ze niet meer dan enkele
rode stipjes in de verte waren, werden ze uiterst uitbundig uitgezwaaid door
mensen die duidelijk meer dan collega's waren geworden Voor de gelegenheid
vanuit het kraaiennest genoot ik even later van de laatste zomerse blik op
Antarctica.

Week 8

Een week over de helft van het geheel, nog een week alvorens het einde van
deze campagne. Ondertussen zijn we al redelijk gewoon geworden aan de
"overvolheid" van dit schip. Drie man in de kajuit nu, en Maarten slaapt op
mijn favoriete leessofa... . En als er de eerste dagen een spookachtige
leegte over het ganse schip heerste, zo heerst er nu een immerdurende
drukte. De eerste dagen was echt alles leeg. De gewoonlijke gezelligheidjes
tussen de Zillertalavonden door, voornamelijk na een of ander filmpje,
werden niet meer bezocht. Kajuitdeuren bleven dicht. Ik kreeg stellig de
indruk dat hoe meer mensen er aan boord waren, hoe minder mensen er aan
boord waren, snappie. Maar kom, na een klein beetje integratie en verhalen
hunnentwege bleken ze terecht vreselijk vermoeid. Omdat slaap- technisch de
marine en de ijsmensen gemengd werden, hield iedereen het zo'n beetje
rustig. Toen de eerste gezamenlijke Zillertalavond eraankwam is de zaak
ontbonden in een vreselijk leuk dansfestijn tot in de vroege uurtjes. Nu is
er geen rustig plekje meer te vinden. Eergisteren heb ik vruchteloos
rondgezworven in in het trappenhuis en de ruimtes errond op zoek naar een
rustig leesplekje, maar overal zat er wel een groepje mensen weet ik veel
wat te bespreken. Gisterenavond hebben we dan noodgedwongen ons socializing
event verhuisd naar het parasound-lab, het drank- en voedselverbod voor een
keertje aan ons schoeisel gelapt. Voor ons is de zaak ondertussen min of
meer afgelopen, qua "buitenwerk" althans. Alle metingen zijn afgelopen,
stilletjesaan wordt alles terug in de kisten gestopt en zijn we druk bezig
met het schrijven van het cruise report met een stevige kluit "technisch
verslag". Daar wordt dan ook het grootste deel van de dagen mee gevuld, niet
veel soeps te vertellen dus. Om de wetenschappelijke leegte zo'n beetje op
te vullen, worden we tegenwoordig vergast op een beetje cultkino. "Krieg der
Sterne" heet dat hier dan als je Star Wars wilt zien, elke avond een van de
drie episodes volledig gedubd in het Duits uiteraard. Hetzelfde voor Monty
Pythons "Jabberwocky", vreselijk om het nodige britse krijserig gezwam te
moeten missen. "The #6699FFs Brothers" dan, alwaar ze het in ieder geval niet
waagden om de songs der groten te dubben, Jake en Elwood brabbelden echter
gewoon verder in het Duits. Tot zover een kleine meevaller en o jolijt
gisterenavond toen we "The Rocky Horror Picture Show" mochten genieten met
Duitse ondertiteling. Ondertussen worden de gangen gesierd met merkwaardige
boodschappen van Neptunus, de doop komt eraan. Welja, zoals dat gaat over de
evenaar, zo gaat het ook als je de 60ste breedtegraad zuid passeert, maar
daarover later ongetwijfeld meer. Tussen de kaffee und kuchen door worden er
ook al druk plannen gemaakt om de twee extra dagen op te vullen die we in
Kaapstad zullen hebben. De kans dat we een lichte tweewieler huren en al een
voorproefje nemen van het Zuid Afrikaanse motorleven richting Kaap de Goede
Hoop, zit er dubbel en dik in. Nog een maandje rest er mij daar. En als ik
dan even heel eerlijk mag zijn, hoewel ik vreselijk uitkijk naar de komende
trip, het "tussentijdse einde" dat eraankomt knaagt toch wel een beetje,
efkes mijn eigen bed zou een welkome zaak zijn, maar geen gezwam, we gaan
ervoor. Op 12-3 wordt hier de laatste e-mail communicatie verzorgd, vanaf
dan ben ik te bereiken op [email protected]

Week 8 tussentijdsje...

Stilletjesaan houden we het hier voor bekeken, labo's zijn leeggemaakt,
kisten ingepakt en na een half dagje rondracen met een heftruck heeft de
bemanning het grootste deel van de kisten ook in de juiste containers
geduwd. En "Cowboy-Kai" had er een aardje van weg om bij de zeegang die
duidelijk een aanloopje was naar -zie enkele regels verder-, met gierende
banden probleemloos vanalles in containers twee hoog te rollen zonder ook
maar enige vorm van brokken te maken. De laatste twee dagen hebben we er ten
volle van kunnen genieten in dit stukje van de eeuw aan deze expeditie
deelgenomen te mogen hebben. Windkracht 12, golven van 12 m hoog, en eten
ging niet gepaard met het gezellige tikken van bestek op borden, maar met
het geklingel en gedonder van vallend bestek en evenzodoende borden. Klein
ideetje ivm de behaalde hellingshoeken: tijdens het eten gisterenavond, ben
ik al zittend op mijn stoel, vertrekkende vanop vier poten, tussenstand op
tweepoten, eindstand zes poten in de lucht simpelweg achterovergekieperd. De
mini-loempia die op mijn vork gespiest zat, heb ik gelukkig heroisch kunnen
redden van een vlucht door de mess. Maar kom, het grootste spektakel was
vanop de brug te bezichtigen, namelijk een oceaan die er, als de zon dan
even een gaatje kreeg, tot in de verste verten uitzag als de
Alpen-met-een-glaasje-op getooid met schuimkoppen van hier tot tokio. Als je
op de foto van Polarstern eventjes de zaak relativeert aan de grootte van de
ramen van de brug, die zijn ong 1.5m hoog, dan kan je even de waare grootte
van dit schip inschatten en dan meteen ook de oh'S en ah's van verwondering
begrijpen op momenten dat de boeg van Polarstern op momenten kompleet kopje
onder ging met een muur van water tot OVER de brug als gevolg... stormpje.
Af en toe was het zicht beperkt tot tien meter voor de boeg, omdat er tien
meter voor de boeg simpelweg een muur van donkergroen oceaanwater stond. Met
een snelheid van weldegelijk 2,5 knopen (x1,8 geeft u Km/u, dat geeft dus
"wandelsnelheid") bokste Polarstern Wat dit moment van de eeuw daarmee te
maken heeft, is gewoon het feit dat ik voor geen geld van de wereld hierdoor
zou willen gevaren zijn met een stoomdriemaster van amper 30m lang zoals
onze voorgangers dat waagden. Enkele dagen geleden kregen we al een klein
voorsmaakje van dit alles, toen we een klein zijsprongetje naar Bouvet
Island maakten. Bedoeld als toeristisch ommetje, werd de zaak omgedoopt tot
een mistig boeltje met enkel een vaag zicht op de voet van de berg in 't
midden van de oceaan. Niet getreurd echter, de show wert volledig gestolen
door enkele groepjes met tientallen buitelende en tuimelende zeehonden die
duidelijk de lol van hun leven hadden gedurende de net niet stilte voor de
strom. De walvissen die af en toe een fonteintje kwamen spuiten spanden
uiteindelijk de kroon. Alles de moeite dus om langzaam maar zeker drijfnat
te worden omdat buiten er alles gewoon veel echter uitziet dan binnen. Ik
zei al dat we het hier stilaan "voor bekeken" houden, tijd om de zaken dan
ook eens te bekijken. Regelmatig kreeg ik de opmerking dat alles wat ik de
voorbije weken beschreef, deftig doorspekt was met eet- en drinkaangelegen-
heden. Welnu, eergisterenavond zat ik over een glaasje wijn, hoe kan het ook
anders, een beetje te babbelen met Gert, onze roommate, over het leven in
"beperkte" omgevingen zoals een schip of zoals op een Antractische basis
(Gert heeft al enkele overwin- teringen achter de rug, en de poolnacht staat
niet bekend als de meest op- beurende tijd van het jaar). Achteraf gezien is
een van de belangrijkste dingen tijdens het "bedrijven der wetenschap" het
feit dat er zeker en vast genoeg social events zijn, kwestie van de mensen
tot mensen te houden. Het viel meteen op hoe alles hier binnen de kortste
keren door elke groep gepersonaliseerd werd. De muren van de labo's hangen
vol met comics en cartoons, de verzameling foto's van de digitale camera
wordt druk geconsulteerd voor het maken van "aangepaste" foto's. Kortom het
heeft hier allemaal zeer weinig weg van "pure droge wetenschap". Pas op,
begrijp me niet verkeerd, want dit alles begon pas in me op te komen bij het
werken aan het technisch verslag van ons eigen onderdeel en tijdens het
luisteren naar de verslaggeving van de collega's tijdens het afsluitend
colloqium, er werd hier weldegelijk ook heel wat afgewerkt. 't Is nu zo dat
dat werk zodanig dagdagelijks wordt vanop het moment je eraan begint, dat de
zaken die je bijblijven over het algemeen de socializing bijeenkomstjes zijn
en die gaan niet zelden gepaard met eten en drinken. Trouwens, gisterenavond
was het aan de overwinteraars om "een vat" te geven, en zoals het goeie
Duitsers betaamt werd ook niet vergeten dat het carnaval is, dus met alles
wat er hier aan boord te vinden is en was, werd er druk aan het knutselen
geslagen. Den dezen stortte zich die avond, als vampier, dan weer maar eens
op de lookbroodjes . Nudat het einde weldegelijk nabij aan het komen is,
wordt het me ook stilaan duidelijk dat ik de sfeer hier aan boord, maar ook
vooral de mensen, omdat die voor het grootste deel van de sfeer zorgen
uiteraard, weldegelijk zal missen. De ene heimwee maakt plaats voor de
andere... Vaak kreeg ik de vraag, "brengt dat geen spanningen mee, zo met
velen in een beperkte omgeving". In eerste instantie zou je zeggen van wel,
maar ik heb stellig de indruk dat iedereen die leeft in die "beperkte"
omgeving zich gewoonweg bewust maakt van de beperktheid en zich er ook gaat
naar gedragen. Kwestie van de eigen "overlevingskansen" te vergroten zet
iedereen een tandje bij qua vriendelijkheid, behulpzaamheid en vooral
verdraagzaamheid, want je kan gewoon weg niet vluchten. De mensen die aan
een overwintering beginnen in de Neumayerbasis worden overigens uiterst
zorgvuldig geselecteerd en worden maandenlang vanop voorhand in groep
getraind vooraleer ze kunnen of mogen vertrekken. En dat het dan nog niet
van een leien dakje loopt heeft de ploeg mogen meemaken die we nu mee naar
huis nemen. Hun kok vertoonde na een tijd duidelijk drankproblemen en er
werd besloten de man te vervangen bij een tussentijds bezoek van Polarstern.
Bij het horen van dat nieuws heeft de man zich verhangen... Er zat uiteraard
heel wat meer achter, maar het is verrevan aan mij om de details aan de
grote klok te hangen. En weerom de eeuw dankbaar is het overduidelijk dat
het beste stukje "thuis" dat mensen meenemen hun CD-verzamelingen een e-mail
adres is, allemaal zaken om de maanden korter en het leven aangenamer te
maken. Hier aan boord moeten we "wachten" op de satcom die driemaal daags de
zaken over en weer stuurt, op Neumayer hebben ze ondertussen al een
permanente link met internet a volonte. 't Was daar ook trouwens dat ik voor
het eerst dit verhaal online kon lezen, maar dat had ik al ooit vermeld
zeker. En hoewel het hier spookt van de T.V.'s met een uitgebreid
videoprogramma, het is er niet toe gekomen dat mensen puur uit "ik kom
thuis, schiet in mijn sloefen en plant mij voor de buis"-mentaliteit 's
avonds voor de TV neerploften. Enkel als het echt wel om een degelijk flimke
ging, ging het licht uit, voor de rest werden het babbel en kaartavonden.
Het laatste sociale gebeuren dat er ons nog te doen staat is de doop,
iedereen die kersvers de 60ste breedtegraad zuid passeert krijgt het te
verduren, indien ik de zaak overleef uitgebreid verslag daarover een van de
komende dagen. Mocht ik om welke reden dan ook enkele dagen later pas terug
wakker worden in een of ander hotel, niet weglopen want de laatste vier
weken die mij nog resten in Zuid Afrika zal ik even uitgebreid proberen neer
te schrijven, wekelijks vanuit een of ander e-cafeetje of zo.

Laatste Polarsternweek

Eerste vissersboot gespot, watertemperatuur 19,9 �C, rondwandelen in T-shirt
is nu echt veroorloofd met een briesje van 18 �C en een beetje. Morgenvroeg
komt Afrika terug in beeld, de zaak is hier afgelopen en het orgelpunt was
zuivering alom. Donderdagavond, en toen genoten we nog een frisse 7�C werd
het PoolDoopRitueel ingezet met een eerste zuivering. Triton kwam ons
"dreckige tauflinge" de les spellen terwijl we neergeknield op het helideck
zaten. Daarna werden de brand- kanonnen voor vijf minuten op ons losgelaten.
Vochtig en frisjes zijn een licht understatement, maar we hebben het
overleefd. Vrijdagvoormiddag was het dan poetsen geblazen. Alle labo's tot
in de hoekjes schoongeschrobd en rein- geveegd. (Op dit moment loopt een van
de officieren de zaak op een militaristische wijze te controleren, af en toe
wordt er iemand teruggefloten omdat er nog een stofje in een hoekje
ligt...). Vrijdagnamiddag kregen we dan het volledige "reinigingsritueel" op
ons dak met een uiteindelijk bezoek aan Neptunus en een zoentje op het
voetje van Tetis (voor de gelegenheid in- gesmeerd met, nou ja, bweuurk).
Met z'n allen opgesloten in een klein ruimpje in de buik van het schip was
het wachten geblazen. De grootste slimmerik had uiteraard op voorhand de
locatie van ons "wachtzaaltje" te weten gekomen en had er strategisch enkele
flessen wijn verstopt. In eerste instantie mijn naam dankbaar, achteraf
bleek het puur chance te zijn, mocht ik als een van de eerste mijn rondje
smurrie ondergaan, etensresten, sediment, zeewater, warm water, koud water,
god ja je zou de foto's moeten zien, uiteindelijk waren we allen onze
doopnaam waardig. Tot u schrijft 'TubeWorm'. De zaak werd 's avonds afgerond
met een barbeque op het achterdek. Onder een koelwarm briesje een glaasje
wijn en een versgebakken lapje vlees uitstallen op de reling, het zaakje
opsmikkelen met buitenuitzicht op zee, welja het had wel iets. Nadat de
kapitein iedereen zijn en haar doopcertifikaat overhandigd had, ben ik maar
mijn bed ingekropen, zo rond negen uur moest dat geweest zijn. Voor de rest
is het hier "rondhangen" geblazen. Maandagmorgen meren we aan en is het
zaakje hier voor goed afgelopen. Het is mooi geweest, het is welletjes
geweest, ik zal dit scheepje missen. South Africa, here we come ....

THE END Wim



Terug naar af


.: EiNdE :.

Tekst en Foto's: (c) 2000 Wim Cresens